devika.reismee.nl

Time spent enjoying life is time well spent.

Liefste allen,


Ik had het al eerder gehoord van anderen die een verre reis maakten en een blog bij hielden; in het begin ben je fanatiek, daarna zwakt het af en voor je het weet denk je “Shit we hebben al een paar weken niks meer laten weten”. Maar..zo nu en dan plaatsen we een jaloersmakende ge-instagramde foto op Facebook of spreek ik mijn geliefden op Whatsapp. Ik zou niet in een ander tijdperk kunnen leven. Enfin, (Weetje: ex-columnist van de Volkskrant Martin Bril gebruikte dit woord vaak als adempauze) ENFIN: Voor diegenen die trouw onze verhaaltjes lazen hier dan eindelijk een vervolg verhaal.


De tijd vliegt voorbij; zaterdag 22 februari kwamen we aan en iedere zaterdag die volgt en nog zal volgen denken we: Shit… het is nog maar 8…7…6.. en nu helaas nog maar 5 weken. Ondertussen hebben we genoten van alles wat Aruba ons te bieden heeft en genieten we nog elke dag. Op mijn coschap ben ik iedere dag blij als ik de stralende gezichten van de doktersassistenten zie. Van Anella, Lucia en Ayrine. Anella en Lucia zijn twee oudere dames die eigenlijk al gepensioneerd zijn maar door wilden werken en ik voel me als Bambi die haar twee moeders teruggevonden heeft. Ze zijn allebei zo lief, zorgzaam en af en toe een beetje obsceen. En daar hou ik wel van.


Onze auto avonturen lijken zich overigens te stabiliseren. Wegens mijn herhaaldelijk falen voor mijn rijexamen is Nathan genoodzaakt mij iedere dag af te zetten op stage en vervolgens weer op te halen. Dit doet hij telkens (ondanks mijn hysterie) met liefde. Ik denk trouwens dat ik nu inmiddels een wat minder hysterische bijrijder ben... Dat denk ik.


Ik heb sinds ik op Aruba ben maar 2 dagen heimwee gehad en dat waren de dagen dat ik hoorde dat mama in het ziekenhuis lag. Mama is gelukkig weer thuis en het lijkt goed te gaan; dus dat kon ik gauw genoeg weer loslaten. Ik ben blij dat ze nu weer thuis. Natuurlijk mis ik jullie allemaal ook, familie en vriendinnen maar verder mis ik niks aan Nederland. Nathan mist behalve fatsoenlijke boekenwinkels ook eigenlijk helemaal niks. Dat betekend niet dat we hier blijven wonen. Maar ik zou het ook niet willen uitsluiten. Het maakt het natuurlijk nóg makkelijker dat we sinds 5 dagen bezoek uit Nederland hebben. Nathans familie; zijn vader, broer en zusje, dus dat is heel gezellig en ik had het geluk dat ik deze week vrij heb gekregen en komende zaterdag komen Sushma, Zaid en IVY <3 en dán heb ik óók een week vakantie. Deze week gaan nog veel leuke dingen doen; we willen natuurlijk in de korte tijd dat Nathans familie er is zoveel mogelijk plannen. Vandaag heb ik even met Thirza cruciale dingen gedaan. Thirza, Carry Bradshaw en ik hebben het volgende met elkaar gemeen: “We like our money right where we can see it… Hangin in our closets”. En we houden van make-up en frutseltjes. Morgen gaan we naar Baby Beach met de Wijnja’s, we doen nog een tochtje op de Catamaran met gratis drank. Omdat ik een “local” ben, krijg ik overal korting en zijn de “doe-dingen” bijna de helft cheaper. YEHESSS.


Vandaag waren we trouwens na het winkelen bij Moomba Beach. Dat is een heel leuk tentje aan het strand waar zondag een live band speelt en later op de avond een DJ die zich de BESTE DJ van Aruba noemt. Ik moet zeggen dat zijn draai-kwaliteiten ongeveer overeenkomen met de DJ van de Billabong in Nijmegen en the Bottom in Emmeloord. Met andere woorden: als Nathan en ik beschonken zijn; dan twerken we erop los :P (Dit is overigens een leugen; ik heb daar geen alcohol voor nodig). Maar goed; wij waren daar vandaag dus; overdag kun je er lekker lunchen. En dat deden we dus, EN TOEN was er dus een ENORME Leguaan. En die beesten zijn normaal gesproken erg schichtig en als ze je zien dan rennen ze weg. Maar deze fuckin T-rex heeft me vandaag de stuipen op het lijf gejaagd!!! Hij sprong zomaar op het tafeltje naast ons en vandaar op de stoelleuning op de stoel NAAST mij. Toen sprong hij er af en kroop hij richting onze met voedsel beladen tafel en ging hij op mijn handtas zitten!!!!!! Toen ben ik op de stoel gaan staan en heb ik ontzettend hard staan gillen. Zelfs Nathan (met 1 trommelvlies) hoorde mij zo’n 50 meter verder bij de WC’s gillen. Het was niet te filmen. Mijn schoonvader heeft me hard genoeg staan uitlachen. Gelukkig kwam het personeel en hebben ze ‘m weggehaald. Toen kon ik met een gerust hart mijn Moomba Burger opeten. Ugh.. ik haat reptielen.


We hebben wel meer leuke dingen gedaan; maar ik ben het allemaal een beetje kwijt hahaha! We hebben Pasen gevierd met onze buurtjes. De avond voor Pasen hebben Nina (buurvrouw) en ik eerst eitjes geschilderd en de mannen waren vast naar het Casino. Daar heeft Nathan even 1000 dollar gewonnen met pokeren en ik 20 dollar verloren maar ben wel weer goed dronken geworden vanwege de gratis Gin-Tonics :D Voor mij nog steeds WIN WIN, met als hoogtepunt niet de 1000 dollar maar mijn awesome paaseieren. Anyways, onze lieve buren hadden op 1ste paasdag een lekker paasontbijtje klaargemaakt en daarna hebben we de eitjes verstopt en kregen we allemaal leuke opdrachten. Op de een of andere manier moest ik vaker een ei op m’n hoofd kapot slaan dan Nathan, dus ik vrees dat de kerels ergens misschien deal hadden gemaakt. :P Maar ei is goed voor je haar zeggen ze.


Dit was het voor nu zo’n beetje. Misschien plaats ik tegen het einde nog een verhaaltje en anders horen jullie het gauw genoeg live weer van ons.


Veel Liefs,


Nathan en Dew.

What Once Was

Hallo allemaal!


Ik heb een verhaal geschreven over een avond die we hadden met twee hele leuke Amerikanen. Het is hoofdzakelijk voor hen geschreven, en dus is het in het engels (dat jullie niet denken: ''praat gewoon nederlands pretentieuze zak hooi'') Het is fictief, dus enigzins geromanticeerd. Nathan


What Once Was


I first saw them in a bar at the beach. Aruba. A man and a woman, grown-up, driven go-getters from the big city. New York. Boys and girls, we had a spark of youth that night, kids again. He was a short guy, but he had a presence. His dark hair shone under the colorful lights. His clothes and beard gave away a perfectly orchestrated nonchalance. One or two not-so-liberal locals shook their heads at his extraversion, we smiled and danced carelessly. She had blonde hair and a black dress. She was talkative and energetic, still her motions had a tender shyness in them, like a flower, in doubt whether it should set to bloom or not. With me was my love. Her long, black dress, her beautifully wild dark her, her big brown eyes that left you breathless the first time you looked into them. I followed her, dedicated and quiet, like a shadow.


We danced on the edge of the cliffs of youth, the abyss of adulthood screaming at us from the depts. Just a little longer. We devoured every second of it, unwilling to let the moment slip through our fingers. Every passing second was a tiny bite out of our future, the tragedy of time slowly ticking away. We danced under the clear summer sky, stars were raining down on us. Every drink made us rise, every sip made us bigger. We touched the moon that night, the moon whose tender, white light caressed the ocean, paving a white-golden path to heaven for us.


The dancefloor was packed, but it was just us four. We didn’t see them, this is our world. Sweat ran down our foreheads, soaked outfits, we didn’t care. Ecstasy. Never ending. Hours went by, we were weightless, floating above the soft sand.


Lights on. Hurt feet. Dried sweat. Tired, reality. We said goodbye to them, and went our separate ways. They disappeared in the island’s frightening darkness. Gone.


A week later, my love and I went to the same place again, trying to recapture that magic. But we couldn’t. It was lost. It had been a sudden bright spark that illuminated a pitch black room for a second, fading away as fast as it came. Gone. What once was.


We're the Flinstones...

We’re the Flinstones….


Hay allemaal!


Bijna 3 weken geleden zijn wij naar Aruba vertrokken voor 3,5 maand omdat…ja waarom eigenlijk? O.a. omdat het een tropisch eiland is met palmbomen, witte stranden, heldere blauwe zee, met locals die zo vriendelijk en zo warm als de zon zijn (héél ver weg hoor ik mensen met een mekkerende ondertoon denken “Ja maar, hier was het óók bijna 20 graden het afgelopen weekend”)


Maargoed, in aanvulling op bovenstaande ben ik hier natuurlijk ook voor mijn seniorcoschap huisartsgeneeskunde. Als je geen geneeskunde studeert of geen dokter bent; is het geestdodend om al-tijd maar die geneeskunde avonturen te horen, die alleen wij (bijna) dokters fascinerend vinden. Toch wil ik daar graag iets over vertellen.


Mijn coschap speelt zich af in een eenvrouwspraktijk. (Ik neem hier de vrijheid om van de term “eenmanspraktijk” een geëmancipeerde versie te maken omdat het verdwijnen van een Maleisisch vliegtuig een béétje de shine van Internationale Vrouwendag heeft gestolen.)

Tongue Out


Mijn begeleidende huisarts is een Arubaanse vrouw die in Nederland de opleiding heeft gedaan. Verder ben ik omringd door de drie lieftallige, opgewekte Arubaanse doktersassistenten die mij met regelmaat een hart onder de riem steken.


Tijdens het introductiegesprek werd al gauw duidelijk dat Spaans of Papiamento spreken essentieel is, omdat de praktijk zich in een achterstandswijk bevind met veel ouderen en latino’s. Maar.. met een beetje Engels, beetje Papiaments en een beetje Nederlands kom ik er wel uit. Grote verschillen met de spreekuren in NL zijn er niet hoewel er wel een aantal interessante voorvallen waren.


Zo was een van mijn eerste patiënten een man van 37 jaar waarbij ik tijdens het eerste contact al het vermoeden had dat hij teelbalkanker had. Dit vermoeden werd door aanvullend onderzoek bevestigd. Hij had zijn moeder meegenomen naar het spreekuur(dit kunnen we door de vingers zien) en ik vond het verbluffend dat een groot deel van het gesprek via zijn moeder liep. Het was gewoon awkward! Toen de moeder vervolgens de vraag van de huisarts over ZIJN kinderwens beantwoordde met “Nee hoor, daar zit hij toch nog niet op te wachten” en de MOEDER aan de huisarts vroeg of “dit mogelijk zijn liefdesleven kon beïnvloeden” nou toen pleurde ik zowat van mijn stoel. En later dacht ik…ben ik toch nog even mooi gezegend met een schoonmoeder niet zó bemoeizuchtig is hahaha!


Hoe het stereotypisch Caribisch gezinstype eruitziet is natuurlijk algemeen bekend. In vrijwel alle gevallen bestaan de gezinnen uit de moeder met een of meer kinderen van één of meerdere vaders. Een antropologische verklaring voor het Caribische gezinstype is mogelijk de invloed van de slavernij; omdat slaven vroeger nauwelijks stabiele gezinnen konden vormen. Ze mochten geen vaste relaties aangaan en een huwelijk tussen twee slaven werd niet erkend. Voortplanten werd wel toegestaan zodat de koloniën ook in de toekomst van arbeidskrachten verzekerd waren. Vaders konden hun kinderen niet opvoeden, moesten werken en konden altijd doorverkocht worden. Volgens deze theorie heeft dit gezinstype zich na de afschaffing van de slavernij voortgezet.


Other than that.. They are macho! (doch vriendelijk) In vrijwel alle leeftijdscategoriën, zo ook de mannelijke patienten. Zo zijn ze nogal onder de indruk van een jonge vrouwelijke dokter, en vinden ze iemand met een Indiaas uiterlijk ook geweldig. Een 86 jarige man, wilde mij na het een consult een zoentje geven op mijn wang. Waarop ik van schrik achteruit deinsde en iets stamelde van “ehhhh NEE niet dat kan niet! Is niet professio-ne..eel”. Maar toen was ik al te laat en kreeg ik al een smak zonder gebit op mijn wang. Waarop ik heel hard uitgelachen werd door iedereen in de wachtkamer en door de doktersassistenten. Ook was er een oude man waarvan ik wist dat hij kwam voor incontinentieklachten, maar toen hij me zag vertelde hij alléén maar verhalen over hoe sterk hij is, en dat hij zóooooveel sport en traint... en toen hij naar buiten liep, nam hij de verkeerde deur de wc in. Echt super charming.


Oh oooops.. Ik merk dat mijn verhaal écht veelste lang word en ik wilde nog zoveel meer vertellen, o.a. over Harry de Leguaan die mij altijd laat schrikken in de tuin, over voor het eerst écht samenwonen, over Carnaval op Aruba, over onze zoektocht naar een beschikbare huurauto, over onze eerste avonturen in onze Flinstone auto.


Dáár kregen Nathan en ik natuurlijk ook onze eerste ruzie in (heel cliché man/vrouw ruzie verhaal in auto, we waren de weg kwijt, PANIEK, we moesten kaart lezen, motor sloeg af, auto’s toeteren, lampen deden het niet, we werden van links en rechts ingehaald etc etc.)


We waren met onze auto natuurlijk terug naar de monteur gegaan omdat de lampen het niet deden... we wisten alleen dat het GROOT licht het wél deed. Bij de monteur bleek dat wij volslagen idioten in onze paniekstoestand gewoon het hendeltje naar achter hadden gedrukt. ZO STUPID! Zo stonden we een dag later ook bij de benzinepomp. En zowel Nathan als ik hebben totaal GEEN verstand van auto’s. Dus zijn we HEEL lang bezig geweest met ontdekken HOE we de tankdop open kregen. Dus wéér naar de monteur. Deze liet zien dat we aan een touwtje moesten trekken, links onder bij de bestuurdersstoel… maar dat hadden we niet kunnen weten (denk ik).


We houden jullie verder op de hoogte!


YABBBAAA DABBAAA DOEI!


Devika en Nathan

Eerste dagen...

Bon dia!


Hier is dan ons eerste verslag….


( Ik schreef eerst “verslagje”, maar een zekere verre vriend van Nathan, die meent dat wij naar Thailand zijn verkast heeft mij er op gewezen dat vrouwen te vaak verkleinwoordjes gebruiken en dat is in het hippe 2-cool-4-school Amsterdam seau not done). Anyways:


Het afscheid van pa’s, ma’s, lieve broer/ zusjes, beste vriendinnetjes en de mini-mensjes ging natuurlijk niet zonder krokodillentranen. Gelukkig duurde dat allemaal niet al te lang, want ik stond heel de week al op het punt om een breakdown te krijgen en de handdoek in de ring te gooien. (grapje mama…we are FINE).


De vlucht van 10uur was lang..vooral voor mij (kwik in de kont) maar het was hoe dan ook wel aangenaam vanwege de eindeloze keuzes aan films, series, vreterij en zelfs spelletjes (tetris, pacman etc… 80’s kids will understand).


Zaterdagavond kwamen we dan rond 18.00u aan op het vliegveld. Toen we naar buiten stapten vond ik daar datgene dat de storm in mij deed platliggen. De stress rondom voorbereidingen, angst voor gemis van iedereen om mij heen, de onrust.. VOEMM even weg. Want toen we naar buiten gingen waren daar; de zon…awww de zon!; palmbomen, luidruchtige lachende dikke Arubanen en een lekkere bries van de passaatwind (hier zal ik later nog even verder op in gaan).


Toen hebben we dus even daar gewoon gestaan. De papa’s en mama’s gebeld, (“Ja.. we zijn veilig aangekomen, Nee.. geen zuurstofkapje nodig gehad.. etc”) en toen een auto regelen. Tot de conclusie gekomen dat dit niet ging lukken tot maandag dus hebben we een taxi gepakt naar ons appartement.


We werden opgevangen door een super aardige hippie-achtige beheerder Ronald. Die gaf ons een tour in en rondom het complex. We hebben kennisgemaakt met wat buren (waaronder Danny en zijn vriendin, zij hebben ons een zak met eten gegeven voor ontbijt en Danny is marinier en heeft ons later nog heel veel verteld over zijn werk, over Aruba, over dat hij tantoe veel geld verdient en over Afghanistan en dat het daar nog warmer is enzo). Inmiddels was het rond 20u. Toen hebben Nathan en ik onze load of shit uitgepakt, douchen en SLAPEN. En natuurlijk waren we om 4uur snachts klaarwakker (in Nederland 9.00u) en hebben we op het terras gezeten, chillen en hebben we de Haan bij onze buren wakker gemaakt (HA! pay back time met je kukelekuu!!!).


Omdat het nu woensdag is en ik de volgorde van wat er nog meer gebeurd is zo’n beetje kwijt ben laat ik het overige deel van het verslag over aan een professional. Onze Schrijver. Nathan Wijnja. (die zometeen mijn verslag alleen mag verbeteren op taalkundige vouten en niet mijn Thunder mag stelen).


Nathan dus, met de fluwelen pen en de (nu al) goudbruine huid. Op onze eerste zondag gingen we naar Oranjestad. Alles was dicht, dus de stad had soms de treurige aanblik van een gesloten kermis, hier en daar nog bevolkt door een paar verdwaalde Amerikaanse toeristen(spierwitte kuiten en de onvermijdelijke kakikleurige korte broek). Natuurlijk was er ook de altijd herkenbare Nederlandse toerist, die in houtje-touwtje-engels met een paar Amerikanen een discussie hield over valuta-koersen (it is ongeveer two gulden!). Daarna namen we de bus naar Eagle Beach, waar het obsceen witte strand alleen nog overtroffen werd door het nog obscenere blauwe water. Prachtig. Door de harde wind gingen we met 2 kilo extra gewicht aan zand naar huis. Nu, drie dagen later vind ik nog steeds zand op plekken waarvan ik niet eens wist dat ze bestonden. Maandag hebben we alleen boodschappen gedaan bij de Jumbo (ja inderdaad, de Jumbo. Op Aruba, wij Nederlanders zijn geweldig goed in integreren), en verder niets. Dinsdag besloten we te gaan snorkelen, aangezien wij allebei zulke waterratten zijn. Oranjestad was al wat levendiger en gezelliger en toen namen we de bus naar Arashi Beach. Daar hebben we skitterende vissen gezien, waaronder een vis die belachelijk veel leek op Dory uit Finding Nemo. ’s Avonds zijn we uit eten geweest in het High Rise-gedeelte van het eiland (waar alle grote hotels staan) bij de ultra-Amerikaanse zaak TGI Friday. Het was net Happy Hour, de cocktails waren bijna gratis, dus we gingen nog joliger weg dan we al aankwamen. Dit was het voor nu, wij houden u verder op de hoogte. De zon wacht. Doei.


Oh wacht. Hier Devika weer. De Passaatwind dus (ook wel de noordoostpassaat) is een wind die vrijwel het hele jaar door onafgebroken over de eilanden waait. Beetje zoals mijn scheetjes in Nijmegen dus. Oke. Doei!